21 april 2017

Het oudste beroep ter wereld? Tandarts

Een handige tandarts vulde al in de oude steentijd tandgaatjes op met teer.

Al in de oude steentijd werden gaatjes uitgeboord en gevuld.  In Italië hebben antropologen twee fossiele voortanden gevonden van 13.000 jaar oud, die zijn uitgehold met een stenen of benen werktuig.  Daarna zijn de gaten gevuld met teer.  De teren vullingen zijn de oudste sporen van een tandheelkunidge ingreep, schrijven Italiaanse antropologen in het tijdschrift Physical Anthropology. 

Tot nu toe dachten antropologen dat de tandheelkunde begon met de opkomst van de landbouw, in het neolithicum (de 'nieuwe steentijd').  De eerste landbouwers hadden notoir slechte gebitten.  Hun op graan gebaseerde dieet bevatte meer suikers dan dat van jagers-verzamelaars.  In Pakistan, Denemarken en Slovenië zijn geboorde tanden uit de landbouwtijd gevonden.  De Sloveense hoektand was gevuld met bijenwas.  Maar de Italiaanse voortanden tonen dat ook prehistorische jagers-verzamelaars uit het paleolithicum zich al aan tandheelkunde waagden.  Het was al bekend dat jagers-verzamelaars hun tanden verzorgden door te poken met grassprieten.  De oudste krassen van zulke tandenstokers zijn 1.8 miljoen jaar oud.

Krassen
De antropologen kennen maar één andere jagertand die met werktuigen is bewerkt.  Dat is een 14.000 jaar oude verstandskies met schraapsporen erop, die in 2015 door dezelfde groep onderzoekers is beschreven.  Maar in dit geval bleef het bij schrapen, waarschijnlijk omdat de kies te ver in de mond lag om het gat goed schoon te maken en te vullen.

De twee gevulde tanden zijn in de jaren negentig gevonden in het noorden van Toscane, in de buurt van Lucca.  Het gaat om twee voortanden van 13.000 jaar oud uit de bovenkaak van dezelfde persoon.  Horizontale krassen in de tandholte vormen het bewijs dat er in de tand geboord is met een stenen of benen werktuig.  Nadat de 'tandarts' het tandbederf had verwijderd, vulde hij of zij de tandholtes en wortelkanalen met bitumen.  De krassen zijn subtiel.  Dat kan betekenen dat de krassen na verloop van tijd zijn gesleten, en dat de eigenaar een lange tijd met vullingen heeft rondgelopen.  Misschien zijn de gaten zelfs opnieuw gevuld.  Teer is een logisch vulmiddel.  Het goedje was bekend bij jagers-verzamelaars als kleefmiddel, bijvoorbeeld om pijlpunten aan de pijlschacht te bevestigen. 

De Italianen vonden ook resten van haren en plantenvezels in het overgebleven teer, maar hebben daar geen goede verklaring voor.  Misschien plakten de haren en stukjes plant toevallig aan het teer toen het in de gaten gesmeerd werd.  Maar de onderzoekers sluiten niet uit dat ze gebruikt zijn vanwege hun medicinale werking.

Bron: De Standaard
Donderdag 20 april 2017