24 maart 2017

Dieet afgeleid uit tandplak

De Belgische neanderthalers aten wolharige neushoorn en schaap, de Spaanse gingen voor pijnboompitten en ander vegetarisch voedsel.  Ze hadden bijna de aspirine en de penicilline ontdekt.

Ruim dertig onderzoekers uit vijfentwintig universiteiten en instellingen - onder hen Patrick Semal van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen - melden trots in de Nature van vandaag hoe ze het neanderthalerdieet tot in detail konden achterhalen.  Hun geluk was dat de neanderthalers hun tanden niet poetsten, of dat in elk geval niet al te proper deden.  Bij vijf individuen uit België en Spanje konden ze uit de tandsteen, de verharde vorm van tandplak, DNA halen en analyseren. 

Eén van hen was de 'man van Spy', één van de eerste neanderthalers die ooit gevonden werden.  Hij rust nu in de collecties van ons Instituut voor Natuurwetenschappen, bij het grote publiek vooral bekend om zijn dinosaurussen. 

In tandplak raken niet alleen de normale bewoners van de mond vast, maar ook ziekteverwekkende bacteriën uit adem en voedsel, en stukjes voedsel zelf.  In de versteende plak blijft hun DNA eeuwenlang bewaard.  In dit geval ging het om individuen tussen 42.000 en 50.000 jaar oud.  Wat hun tandplak meteen de oudste maakt die ooit is geanalyseerd.

Er wordt in hippe middens veel onzin verkocht over het 'paleodieet', maar één ding deden de neanderthalers alvast volgens de hedendaagse normen: ze verzamelden hun voedsel plaatselijk.  In Spy aten ze veel vlees: wolharige neushoorn en mouflon (wild schaap), terwijl ze in het Spaanse El Sidrón hoofdzakelijk vegetarisch waren: pijnboompitten, paddenstoelen, boomschors, mos.  Sommige van die planten werden waarschijnlijk gekookt.

Mondbewoners

De onderzoekers kregen ook een goed zicht op de mondbewoners van de neanderthalers.  Van één daarvan, Methanobrevibacter oralis, lazen ze het bijna volledige genoom af.  Met 48.000 jaar meteen het oudste bacterie-DNA dat al is afgelezen.  De bacterie kan tandvleesontsteking veroorzaken. 

Ook de gaatjesborende cariësbacteriën waren bij de neanderthalers reeds aanwezig.  Al waren ze minder actief dan vandaag, bij gebrek aan overmatig suiker in de voeding van hun gastheren.
De samenstelling van de mondbewoners hing, niet onverwacht, sterk samen met het dieet van hun eigenaar.  De vleesetende Belgische neanderthalers hadden ongeveer dezelfde mondflora als moderne mensen.  De plantenetende Spanjaarden zaten - qua mondflora - veel dichter bij chimpansees en Afrikaanse nomaden met weinig vlees in hun dieet. 

 

Bron: De Standaard, donderdag 9 maart 2017